echenicea.png

De natuurgeneeskunde werkt volgens de gedachte dat alles op aarde met elkaar in verbinding staat en invloed op elkaar heeft. Wij kijken daarom niet alleen naar de klacht, maar naar alle facetten die hierbij een rol kunnen spelen, zoals erfelijke belasting, leefomstandigheden, voeding, entingen, gebeurtenissen uit het verleden en stress. Wij kijken naar het totale dier, naar zijn lichamelijke, mentale, emotionele en energetische gesteldheid. 

Elk lichaam is voortdurend in beweging en op zoek naar evenwicht op verschillende niveaus. Bij een goede gezondheid zijn lichaam en geest in harmonie. Op het moment dat lichaam en geest niet meer in harmonie met elkaar zijn (bijvoorbeeld als een dier voortdurend onder stress staat), ontstaat er een verstoring in het lichaam wat op den duur klachten geeft. Als deze verstoring te groot is of langdurig aanhoudt, is het lichaam niet meer in staat om zijn zelfgenezend vermogen aan te spreken. Er is dan hulp nodig om het systeem weer in evenwicht te brengen. 

In de praktijk betekent dit dat we met een zo klein mogelijke prikkel en niet langer dan nodig behandelen. Dit om te voorkomen dat het lichaam afhankelijk en lui wordt, waardoor het niet meer in staat is om adequaat te reageren en te leren. Het uiteindelijke doel is om het dier met behulp van natuurlijke middelen te ondersteunen, zodat het zelfgenezend vermogen van het lichaam geactiveerd wordt en het dier zo in feite voor zijn eigen genezing kan zorgen. 

Preventie van ziekte is een belangrijk aandachtspunt in de natuurgeneeskunde. Voorkomen is immers beter dan genezen!